Wat de vraag betreft of de beperkingen een onevenredige en onduldbare ingreep vormen, merkt het Hof allereerst op, dat de door de richtlijn van 1993 voorgeschreven maatregelen urgent zijn om te verzekeren dat er geen enkel gevaar voor verspreiding van de ziekten meer bestaat.
Zur Frage, ob die Beschränkungen einen unverhältnismäßigen, nicht tragbaren Eingriff darstellen, merkt der Gerichtshof zunächst an, dass die von der Richtlinie von 1993 vorgeschriebenen Maßnahmen Dringlichkeitsmaßnahmen seien, um jedes Risiko der Verbreitung der Krankheiten auszuschließen.