1. Het gedeelte van een vastlegging voor een programma voor plattelandsontwikkeling dat uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na het jaar van de vastlegging niet voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen is gebruikt en waarvoor uiterlijk op die datum bij de Commissie ook geen enkele uitgavendeclaratie uit hoofde van de verrichte uitgaven is ingediend die voldoet aan de in artikel 26, lid 3, genoemde voorwaarden, wordt door de Commissie ambtshalve doorgehaald.
(1) Der Teil einer Mittelbindung für ein Entwicklungsprogramm für den ländlichen Raum, der nicht zur Zahlung des Vorschusses oder für Zwischenzahlungen verwendet worden ist oder für den der Kommission bis zum 31. Dezember des zweiten auf das Jahr der Mittelbindung folgenden Jahres keine Ausgabenerklärung vorgelegt worden ist, die die Bedingungen von Artikel 26 Absatz 3 erfüllt, wird von der Kommission automatisch aufgehoben.