Ofschoon de
prejudiciële vraag gewag maakt van een verschil in behandeling tussen de kinderen naar gelang van hun nationaliteit, blijkt uit die vraag dat ook de buitenlandse aanvragers van gezinsbijslag verschillend worden behandeld naargelang zij gezinsbijslag aanvragen voor een kind dat onderdaan i
s van een Staat die geen lid is van de Europese Unie, dan wel voor een kind dat Belg is, waarbij alleen de eersten dienen te voldoen aan de voorwaarde van vijf jaar verblijf in België waarin is voo
...[+++]rzien bij het zesde lid van de in het geding zijnde bepaling.
Obwohl in der Vorabentscheidungsfrage ein Behandlungsunterschied zwischen Kindern je nach ihrer Staatsangehörigkeit angeführt wird, geht aus dieser Frage hervor, dass auch Ausländer, die Familienleistungen beantragten, unterschiedlich behandelt würden, je nachdem, ob sie Familienleistungen für ein Kind mit der Staatsbürgerschaft eines Staates, der nicht Mitglied der Europäischen Union sei, oder für ein Kind, das Belgier sei, beantragten, da nur die Ersteren die Bedingung von fünf Jahren Aufenthalt in Belgien, die in Absatz 6 der fraglichen Bestimmung enthalten sei, erfüllen müssten.