Wanneer een nieuw voedseltype wordt uitgeprobeerd, dient het vertrouwde voer altijd beschikbaar te blijven zodat de vogels geen honger hoeven te leiden indien zij het nieuwe voedsel niet willen eten.
Werden neue Futtermittel eingeführt, so sollte das vorherige Futter noch weiter zur Verfügung stehen, damit die Tiere nicht hungern müssen, wenn sie das neue Futter zunächst nicht fressen möchten.