4. onderstreept dat er enerzijds 2
4 miljoen werklozen zijn in Europa, waaronder 7,5 m
iljoen jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (de NEET-groep), en anderzijds 2 miljoen vacatures; merkt op dat er tal van overgekwalificeerde jongeren werkloos zijn, van wie de vaardigheden niet aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt; onderstreept in
die context dat er sterke partners ...[+++]chappen moeten worden opgericht tussen de plaatselijke autoriteiten, onderwijs- en arbeidsdiensten – zowel mainstream als gespecialiseerd – en de sociale
partners en het bedrijfsleven ter ondersteuning van de totstandbrenging, uitvoering en monitoring van duurzame, inclusieve en hoogwaardige werkgelegenheidsstrategieën en actieplannen op korte en middellange termijn; dringt aan op hechtere en structurele samenwerking tussen het onderwijs op school en beroepsopleidingen, de overheid, het bedrijfsleven en de maatschappelijk
e organisaties, met name studenten- en jeugdorganisaties, om ervoor te zorgen dat vaardigheden beter aansluiten op de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van mogelijkheden voor een tweede kans, met als doel de kwaliteit van onderwijs en opleiding te optimaliseren; beklemtoont dat deze betere samenwerking eveneens van cruciaal belang is voor een effectieve uitvoering van de jongerengarantie;
4. weist darauf hin, dass Europa einerseits 24 Million
en Arbeitslose hat, darunter 7,5 Millionen Jugendliche, die weder in Arbeit noch in Ausbildung sind, dass es aber andererseits 2 Millionen freie Stellen in der EU gibt; stellt fest, dass es viele überqualifizierte jung
e Arbeitslose gibt, deren Qualifikationen nicht der Nachfrage am Arbeitsmarkt entspre
chen; betont, dass starke Partnerschaften zwi ...[+++]schen lokalen Gebietskörperschaften, dem Bildungswesen und sowohl allgemeinen als auch spezialisierten Arbeitsvermittlungsdiensten sowie den Sozialpartnern und den Unternehmen aufgebaut werden müssen, um die Schaffung, Durchführung und Überwachung von kurz- und mittelfristigen Beschäftigungsstrategien und -aktionsplänen zu fördern, die tragfähig, integrativ und hochwertig sind; fordert im Interesse einer besseren Abstimmung des Qualifikationsangebots auf die Nachfrage am Arbeitsmarkt eine intensivere strukturelle Zusammenarbeit und Wechselwirkung zwischen Einrichtungen der Schul- und Berufsbildung, Behörden, Unternehmen und der Zivilgesellschaft, insbesondere Studierenden- und Jugendorganisationen, indem unter anderem die Möglichkeiten des zweiten Bildungswegs ausgeschöpft werden; hebt hervor, dass diese verbesserte Zusammenarbeit auch für die wirksame Umsetzung der Jugendgarantie ausschlaggebend ist;