Uit wat voorafgaat vloeit voort dat de bestreden artikelen 21quinquiesvicies, § 3, en 21sexiesvicies, § 3 en § 5, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit nr. 78, zoals ingevoegd bij de artikelen 14 en 15 van de wet van 4 april 2014 (thans de artikelen 68/2, § 3, en 68/3, § 3 en § 5, tweede en derde lid, van de
gecoördineerde wet) geen toepassing hebben ge
had op de verzoekende partijen en ook geen toepassing zullen hebben nu zij, vóór hun inwerkingtred
ing, zijn vervangen door ...[+++] de voormelde artikelen 10, 3°, en 13 van de wet van 10 juli 2016.