Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «geen onmiddellijk cassatieberoep » (Néerlandais → Allemand) :

Het Hof dient te beoordelen of het verschil in behandeling tussen, enerzijds, het openbaar ministerie en de burgerlijke partij, die onmiddellijk een cassatieberoep kunnen instellen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling en, anderzijds, de inverdenkinggestelde, die geen onmiddellijk cassatieberoep kan instellen tegen een verwijzingsarrest, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Der Gerichtshof muss beurteilen, ob der Behandlungsunterschied zwischen einerseits der Staatsanwaltschaft und der Zivilpartei, die unmittelbar Kassationsbeschwerde gegen einen Entscheid der Verfahrenseinstellung einlegen können, und andererseits den Beschuldigten, die keine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen einen Verweisungsentscheid einlegen kann, vereinbar ist mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention.


De verzoekende partijen voeren voorts de schending aan door het bestreden artikel 137 van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de personen die het voorwerp uitmaken van een tweede of navolgende beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis geen onmiddellijk cassatieberoep kunnen instellen tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling, terwijl de personen die het voorwerp uitmaken van een beslissing vermeld in artikel 420, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering of die het voorwerp uitmaken van een e ...[+++]

Die klagenden Parteien führen ferner einen Verstoß durch den angefochtenen Artikel 137 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 5 der Europäischen Menschenrechtskonvention, an, insofern die Personen, die Gegenstand einer zweiten oder nachfolgenden Entscheidung zur Aufrechterhaltung der Untersuchungshaft seien, nicht unmittelbar Kassationsbeschwerde gegen den Entscheid der Anklagekammer einreichen könnten, während die Personen, die Gegenstand einer Entscheidung im Sinne von Artikel 420 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches seien oder die Gegenstand eines Endentscheids oder Endurteils seien, hing ...[+++]


« Tegen deze beslissingen [waardoor de voorlopige hechtenis wordt gehandhaafd] kan geen onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld behoudens tegen de arresten gewezen door de kamer van inbeschuldigingstelling op het beroep tegen de beslissingen bedoeld in artikel 21, § 1, tweede lid, waartegen cassatieberoep kan worden ingesteld binnen een termijn van vierentwintig uren die begint te lopen vanaf de dag waarop de beslissing aan de verdachte wordt betekend ».

« Gegen diese Entscheidungen [durch die die Untersuchungshaft aufrechterhalten wird] kann nicht unmittelbar Kassationsbeschwerde eingelegt werden, Entscheide ausgenommen, die von der Anklagekammer in der Berufung gegen die in Artikel 21 § 1 Absatz 2 erwähnten Entscheidungen erlassen worden sind und gegen die Kassationsbeschwerde eingelegt werden kann binnen einer Frist von vierundzwanzig Stunden ab dem Tag, an dem die Entscheidung dem Beschuldigten zugestellt wird ».


Tegen de beslissing in hoger beroep kan geen onmiddellijk cassatieberoep worden ingesteld ».

Gegen die Entscheidung in der Berufungsinstanz kann nicht unmittelbar Kassationsbeschwerde eingelegt werden ».


Het feit dat eenzelfde persoon verschillend wordt behandeld, wat de mogelijkheid om een onmiddellijk cassatieberoep in te stellen betreft, naargelang het om een eerste dan wel om een navolgende beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis gaat, kan op zich geen schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet uitmaken.

Der Umstand, dass die gleiche Person unterschiedlich behandelt wird hinsichtlich der Möglichkeit, unmittelbar Kassationsbeschwerde einzulegen, je nachdem, ob es sich um eine erste oder um eine nachfolgende Entscheidung zur Aufrechterhaltung der Untersuchungshaft handelt, kann an sich keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung darstellen.


« Schendt artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het geen onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet met toepassing van artikel 235ter van hetzelfde Wetboek, terwijl het genoemde artikel 416, tweede lid, een onmiddellijk beroep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet met toepassing van artikel 235bis van het voormelde Wetboek ?

« Verstösst Artikel 416 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er keine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen ein in Anwendung von Artikel 235ter desselben Gesetzbuches ergangenes Urteil der Anklagekammer gestattet, während derselbe Artikel 416 Absatz 2 wohl eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen ein in Anwendung von Artikel 235bis des vorerwähnten Gesetzbuches ergangenes Urteil der Anklagekammer gestattet?


« Schendt artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het geen onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet met toepassing van artikel 235ter van hetzelfde Wetboek, terwijl het genoemde artikel 416, tweede lid, een onmiddellijk beroep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet met toepassing van artikel 235bis van het voormelde Wetboek ?

« Verstösst Artikel 416 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er keine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen ein in Anwendung von Artikel 235ter desselben Gesetzbuches ergangenes Urteil der Anklagekammer gestattet, während derselbe Artikel 416 Absatz 2 wohl eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen ein in Anwendung von Artikel 235bis des vorerwähnten Gesetzbuches ergangenes Urteil der Anklagekammer gestattet?


« Schendt artikel 235ter, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, doordat deze wetsbepaling geen enkel cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de controle van de regelmatigheid over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, in zoverre daartoe de controle van het vertrouwelijk dossier is vereist, terwijl artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering een onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer ...[+++]

« Verstösst Artikel 235ter § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung keine Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Prüfung der Regelmässigkeit der Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung zulässt, insofern dazu die Prüfung der vertraulichen Akte erforderlich ist, während Artikel 416 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Anwendung von - unter anderem - Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches zulässt und die Artikel 407, 408, 4 ...[+++]


« Schendt artikel 235ter Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, doordat deze wetsbepaling geen enkel cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de controle van de regelmatigheid over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, in zoverre daartoe de controle van het vertrouwelijk dossier is vereist, terwijl artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering een onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van in ...[+++]

« Verstösst Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung keine Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Prüfung der Regelmässigkeit der Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung zulässt, insofern dazu die Prüfung der vertraulichen Akte erforderlich ist, während Artikel 416 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Anwendung von - unter anderem - Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches zulässt und die Artikel 407, 408, 409, ...[+++]


« Schendt artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze wetsbepaling geen enkel cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de controle van de regelmatigheid over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, in zoverre daartoe de controle van het vertrouwelijk dossier is vereist, terwijl artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering een onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arr ...[+++]

« Verstösst Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung keine Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Prüfung der Regelmässigkeit der Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung zulässt, insofern dazu die Prüfung der vertraulichen Akte erforderlich ist, während Artikel 416 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen das Urteil der Anklagekammer über die Anwendung von - unter anderem - Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches zulässt und die Artikel 407, 408, 409, ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'geen onmiddellijk cassatieberoep' ->

Date index: 2023-04-27
w