3. Lid 2 wordt op zodanige wijze toegepast dat het geen beletsel vormt om bankbiljetten waarvan wordt vermoed dat zij vals zijn, te bewaren en te gebruiken als bewijsmiddel in het kader van strafprocedures.►M1 De bevoegde nationale autoriteiten kunnen een deel van deze biljetten echter voor onderzoek of een test toesturen aan het NAC en, zo nodig, de ECB.
(3) Absatz 2 wird so angewandt, dass er die Verwendung der vermutlich falschen Banknoten sowie ihre Einbehaltung als Beweismittel im Rahmen von Strafverfahren nicht ausschließt.►M1 Die zuständigen nationalen Behörden können allerdings dem NAZ und gegebenenfalls der EZB zu Prüfungs- oder Testzwecken einen Teil einer Partie gefälschter Banknoten übermitteln.