De blootstelling van de Unie aan het risicodelingsinstrument, met inbegrip van beheersvergoedingen en andere voor vergoeding in aanmerking komende kosten, overschrijdt in geen geval het bedrag van de bijdrage van de Unie aan het risicodelingsinstrument voor projectobligaties, noch de looptijd van de portefeuille van onderliggende faciliteiten voor de reductie van het kredietrisico.
Das Risiko der Union in Bezug auf das Risikoteilungsinstrument, einschließlich der Verwaltungskosten und anderer förderfähiger Kosten, darf den Betrag des Beitrags der Union zu diesem Instrument unter keinen Umständen übersteigen, noch darf es über die Laufzeit des Bestands der entsprechenden Bonitätsverbesserungsfazilitäten hinausgehen.