13. verzoekt de Raad en de Commissie om van de kwestie van de handel in vrouwen en kinderen een vast onderdeel van de politieke dialoog met derde landen te maken en in overeenstemming met de mensenrechten- en democratieclausules van alle samenwerkings- en associatieovereenkomsten met derde landen passende maatregelen te nemen, wanneer er geen zicht is op verbetering of wanneer het derde land niet duidelijk blijk geeft van de politieke wil om maatregelen te nemen;
13. fordert die Kommission und den Rat auf, im politischen Dialog mit Drittländern systematisch die Frage des Handels mit Frauen und Kindern aufzugreifen und für den Fall, dass keine Verbesserung eintritt oder kein deutliches Signal für das Vorhandensein eines politischen Handlungswillens von Seiten der Drittländer vorliegt, entsprechende Maßnahmen zu ergreifen, wie beispielsweise jene, die in den Menschenrechts- und Demokratieklauseln aller Kooperations- und Assoziationsabkommen mit Drittländern enthalten sind;