61. is ervan overtuigd dat er extra inspanningen nodig zijn om netwerken op t
e zetten en EU-proefprojecten te coördineren, bijv. door Civitas, Polis en Eltis, en steden met hun praktische ervaring en kennis te betrekken bij de besprekingen over de tenuitvoerlegging van toekomstig mobiliteitsbeleid; dringt er dan ook bij de Commissie op aan goed toegankelijke overzichten
van door de EU medegefinancierde programma's voor stedelijke mobiliteit op te stellen; pleit er verder voor om op gebruiksvriendelijke wijze duidelijk te maken hoe e
...[+++]r een beroep kan worden gedaan op de medefinanciering van de EU voor programma's voor stedelijke mobiliteit; benadrukt dat er niet alleen infrastructuur gefinancierd moet worden, maar ook IT-diensten, monitoringprocedures en interregionale projecten, en dat er strategische partnerschappen moeten worden opgezet tussen het bedrijfsleven en Europese steden om de stadssystemen van de toekomst te ontwikkelen; 61. ist davon überzeugt, dass im Rahmen der Umsetzung künftiger Mobilitätsstrategien weitere Anstrengungen unternommen werden
sollten, um EU-Pilotprojekte, z.B. mit Hilfe von Civitas, Polis oder Eltis zu verknüpfen und zu koordinieren und Städte, die über Erfahrungen und Know-how verfügen, zu integrieren; fordert die Kommission daher auf, leicht zugängliche Übersich
ten über von der EU kofinanzierte städtische Mobilitätsprogramme zu erstellen; verlangt ferner, dass in nutzerfreundlicher Weise erklärt wird, wie man eine EU-Kofinanzier
...[+++]ung für städtische Mobilitätsprogramme erhalten kann; unterstreicht, dass nicht nur Infrastrukturen sondern auch IT-Dienste, Monitoring-Prozesse und interregionale Projekte finanziert werden müssen und dass strategische Partnerschaften zwischen der Industrie und europäischen Städten geschlossen werden müssen, um die urbanen Systeme von morgen zu entwickeln;