De aangezochte autoriteit stelt zich op het standpunt dat het overduidelijk is dat, volgens artikel 14 van richtlijn 2010/24, grieven zoals die welke door verzoeker zijn geformuleerd, in Griekenland moeten worden aangevoerd, zoals blijkt uit de bewoordingen van die bepaling en van overwegingen 12 en 20 van richtlijn 2010/24.
Die ersuchte Behörde ist der Auffassung, es sei nach Art. 14 der Richtlinie 2010/24 offensichtlich, dass Einwände wie diejenigen des Klägers in Griechenland erhoben werden müssten, und zwar gemäß dem Wortlaut dieser Bestimmung und den Erwägungsgründen 12 und 20 der Richtlinie 2010/24.