10. benadrukt dat de lage bevolkingsdichtheid van het platteland betekent dat het electoraal weinig gewicht in de schaal legt, wat ook gevolgen heeft in termen van politieke keuzes; constateert in dat verband dat op het gebied van arbeidsintegratie, specialisatie wordt aangemoedigd, wat moeilijk te verenigen is met de noodzaak verschillende activiteiten uit te oefenen in verband met de lage werkgelegenheid op het platteland; benadrukt bovendien dat er meer steun moet worden gegeven aan jonge agrariërs, teneinde de leegloop van het platteland te bestrijden;
10. betont, dass die geringe Bevölkerungsdichte des ländlichen Raums und das somit geringe Stimmengewicht auch Auswirkungen auf die politischen Entscheidungen haben; stellt beispielsweise fest, dass bei der Verbesserung der Beschäftigungsfähigkeit nun eher die berufliche Spezialisierung gefördert wird, was mit einer Mehrfachtätigkeit, wie sie durch den Mangel an Arbeitsplätzen in den ländlichen Gebieten bedingt ist, nur schwer vereinbar ist; betont ferner, dass es auch nötig ist, die Junglandwirte stärker zu fördern, um der Landflucht entgegenzuwirken.
