1. Dat de toestemming om uit het land te vertrekken vóór het verstrijken van de termijn van vier weken, vermeld in de laatste zin van artikel 69, lid 1, onder a), gegeven wordt aan de volledig werkloze werknemer of zelfstandige die voldoet aan alle andere in artikel 69, lid 1, gestelde voorwaarden, en die zijn/haar echtgenote/echtgenoot vergezelt die gaat werken in een andere dan de bevoegde staat.
1. Die Genehmigung der Abreise des Betreffenden vor Ablauf der im letzten Satz des Artikels 69 Absatz 1 Buchstabe a) vorgesehenen Frist von vier Wochen ist dem vollarbeitslosen Arbeitnehmer oder Selbständigen zu gewähren, der alle anderen gemäß Artikel 69 Absatz 1 erforderlichen Voraussetzungen erfuellt und der seinen Ehepartner, welcher eine Beschäftigung in einem anderen Mitgliedstaat als dem zuständigen Staat angenommen hat, begleitet.