Uit het gegeven dat de wetgever, bij de aanneming van maatregelen met een hoofdzakelijk fiscaal voorwerp en doel, niet heeft voorzien in een extra stimulans voor de aankoop van minder vervuilende voertuigen, zou niet kunnen worden afgeleid dat de in het geding zijnde bepalingen in strijd zijn met het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu zoals gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet.
Aus dem Umstand, dass der Gesetzgeber bei der Annahme von Massnahmen, die im Wesentlichen einen Zweck und ein Ziel steuerlicher Art haben, keinen zusätzlichen Anreiz für den Kauf von weniger verschmutzenden Fahrzeugen vorgesehen hat, kann nicht abgeleitet werden, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen das Recht auf den Schutz einer gesunden Umwelt, das durch Artikel 23 der Verfassung gewährleistet wird, verstossen würden.