Bijgevolg dient de verzoekende lidstaat vergelijkingen uit te voeren met de technisch beschikbare geautomatiseerde dactyloscopische identificatiesystemen van alle andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ, tenzij die lidstaat kan aantonen dat er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat dit niet tot de vaststelling van de identiteit van de betrokkene zou leiden.
Diese Voraussetzung beinhaltet für den anfragenden Mitgliedstaat das Erfordernis, Abgleiche mit den technisch verfügbaren automatisierten daktyloskopischen Identifizierungssystemen aller anderen Mitgliedstaaten nach dem Beschluss 2008/615/JI vorzunehmen, es sei denn, dieser Mitgliedstaat kann hinreichende Gründe angeben, die zu der Annahme führen, dass dies nicht zur Feststellung der Identität der betroffenen Person führen würde.