De individuele vrijheid, gewaarborgd bij artikel 12 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, verbiedt dat een arbeid, onder dreiging van welke straf dan ook, zou worden geëist van een persoon die zich daarvoor niet geheel uit eigen wil heeft aangeboden, zonder dat die arbeid kan worden verantwoord door de kenmerken van het in het geding zijnde beroep of door beweegredenen van algemeen belang.
Die individuelle Freiheit, die durch Artikel 12 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 4 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird, verbietet es, dass eine Arbeit unter Androhung irgendeiner Strafe von einer Person verlangt wird, die sich nicht freiwillig dazu angeboten hat, ohne dass diese Arbeit durch die Merkmale des betreffenden Berufs oder durch Gründe des Allgemeininteresses zu rechtfertigen wären.