12. Als de voorzitter dat toestaat, hebben waarnemers het recht om op bijeenkomsten van de algemene vergadering het woord te voeren en te worden gehoord, maar zij zijn niet stemgerechtigd.
(12) Beobachter haben in Sitzungen der Generalversammlung nach Ermessen des Vorsitzenden das Recht, das Wort zu ergreifen und angehört zu werden, aber sie haben kein Stimmrecht.