6. is van mening dat de frustratie in Azerbeidzjan en Armenië over het ontbreken van enige wezenlijke vooruitgang voor wat het vredesproces in Nagorno-Karabach betreft, geen rechtvaardiging vormt voor wraakacties of zinloze provocaties die de zo al geladen en fragiele situatie alleen maar nog meer gespannen maken;
6. ist der Meinung, dass die Enttäuschung in Aserbeidschan und Armenien über den Mangel an substantiellem Fortschritt beim Friedensprozess in Nagorni-Karabach weder Racheakte noch überflüssige Provokationen rechtfertigt, die in einer bereits angespannten und fragilen Situation die Spannungen noch erhöhen;