a) enerzijds, de gefailleerde, die door het vonnis van faillietverklaring buiten het bezit is gesteld van zijn goederen en wiens goederen door de curator te gelde zijn gemaakt en, anderzijds, diens echtgenoot wiens eigen vermogen uit de failliete boedel wordt gehouden en die niet door de schuldeisers kan worden vervolgd terwijl dat eigen vermogen tot algemene waarborg strekt met toepassing van de artikelen 7 en 8 van de hypotheekwet;
a) einerseits dem Konkursschuldner, dem durch das Konkurseröffnungsurteil seine Güter entzogen wurden und dessen Güter vom Konkursverwalter realisiert wurden, und andererseits seinem Ehepartner, dessen Eigenvermögen von der Konkursmasse ausgeschlossen wird und der nicht von den Gläubigern verfolgt werden kann, während es in Anwendung der Artikel 7 und 8 des Hypothekengesetzes zur allgemeinen Garantie dient;