3. De verbodsbepalingen die zijn vastgesteld in de leden 1 en 2, wanneer zij verband houden met lid 1, onder b), gelden niet wanneer er geen redelijke gronden zijn om tot de conclusie te komen dat de goederen en technologie of de in lid 2 bedoelde diensten zijn bestemd voor gebruik in de Krim of in Sebastopol.
(3) Die Verbote nach Absätzen 1 und 2 gelten, insoweit sie sich auf Absatz 1 Buchstabe b beziehen, nicht, wenn keine hinreichenden Gründe für die Feststellung vorliegen, dass die Güter und Technologien oder die Dienstleistungen nach Absatz 2 auf der Krim oder in Sewastopol genutzt werden sollen.