Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties gebruikt " (Nederlands → Duits) :

2. Wanneer een betalingsinstelling uit hoofde van lid 1 geldmiddelen veilig moet stellen en een gedeelte van dat bedrag aan geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties moet worden gebruikt, terwijl het resterende bedrag voor andere diensten dan betalingsdiensten moet worden gebruikt, zijn de voorschriften van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalings ...[+++]

(2) Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen des Absatzes 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


2. Wanneer een betalingsinstelling uit hoofde van lid 1 geldmiddelen veilig moet stellen en een gedeelte van dat bedrag aan geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties moet worden gebruikt, terwijl het resterende bedrag voor andere diensten dan betalingsdiensten moet worden gebruikt, zijn de voorschriften van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalings ...[+++]

(2) Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen des Absatzes 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


2. Wanneer een betalingsinstelling uit hoofde van lid 1 geldmiddelen veilig moet stellen en een gedeelte van dat bedrag aan geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties moet worden gebruikt, terwijl het resterende bedrag voor andere diensten dan betalingsdiensten moet worden gebruikt, zijn de voorschriften van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalings ...[+++]

2. Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen des Absatzes 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


2. Wanneer een betalingsinstelling middelen veilig moet stellen uit hoofde van lid 1 en een gedeelte van dat bedrag aan geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties gebruikt moet worden terwijl het resterende bedrag voor andere diensten dan betalingsdiensten gebruikt moet worden, zijn de vereisten van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalingstransacties ontvangen gedeelte van de middelen.

(2) Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen gemäß Absatz 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


2. Wanneer een betalingsinstelling middelen veilig moet stellen uit hoofde van lid 1 en een gedeelte van dat bedrag aan geldmiddelen voor toekomstige betalingstransacties gebruikt moet worden terwijl het resterende bedrag voor andere diensten dan betalingsdiensten gebruikt moet worden, zijn de vereisten van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalingstransacties ontvangen gedeelte van de middelen.

(2) Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen gemäß Absatz 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


2. Wanneer een betalingsinstelling middelen veilig moet stellen uit hoofde van lid 1 en een gedeelte van die middelen moet worden gebruikt voor toekomstige betalingstransacties, terwijl het resterende bedrag moet worden gebruikt voor andere diensten dan betalingsdiensten, zijn de vereisten van lid 1 ook van toepassing op het voor toekomstige betalingstransacties te gebruiken gedeelte van de ...[+++]

2. Muss ein Zahlungsinstitut Geldbeträge nach Absatz 1 absichern und ist ein Teil dieser Geldbeträge für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwenden, während der verbleibende Teil für Nicht-Zahlungsdienste verwendet werden muss, so gelten die Auflagen gemäß Absatz 1 auch für diesen Anteil der für zukünftige Zahlungsvorgänge zu verwendenden Geldbeträge.


Rekeningen zoals spaarrekeningen, kredietkaartrekeningen - waarop geldmiddelen doorgaans alleen worden gestort om een krediet af te lossen -, een „current account mortgage” (aan hypothecair krediet gekoppelde lopende rekening) of elektronischgeldrekeningen zijn in beginsel van het toepassingsgebied van deze richtlijn uitgesloten. Worden deze rekeningen echter gebruikt voor alledaagse betalingstransacties en hebben zij alle bovengenoemde functies, dan vallen zij wel onder de richtlijn.

So sind beispielsweise Konten wie Sparkonten, Kreditkartenkonten, auf die üblicherweise Geldbeträge ausschließlich zum Zweck der Tilgung eines Kredits eingezahlt werden, Girokontohypotheken (current account mortgages) oder E-Geld-Konten grundsätzlich aus dem Anwendungsbereich dieser Richtlinie ausgenommen.


2. Wanneer betalingsinstellingen overgaan tot het aanbieden van een of meer betalingsdiensten als bedoeld in de bijlage, mogen zij alleen betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties wordt gebruikt; geldmiddelen die betalingsinstellingen in verband met het aanbieden van betalingsdiensten van betalingsdienstgebruikers ontvangen, zijn geen deposito’s of andere terugbetaalbare gelden in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2006/48/EG, noch elektronisch geld in de zin van artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2000/46/EG.

(2) Bei der Erbringung eines oder mehrerer der im Anhang genannten Zahlungsdienste dürfen Zahlungsinstitute nur Zahlungskonten führen, die ausschließlich für Zahlungsvorgänge genutzt werden; Geldbeträge, die sie von Zahlungsdienstnutzern für die Erbringung von Zahlungsdiensten erhalten, gelten nicht als Einlagen oder andere rückzahlbare Gelder im Sinne des Artikels 5 der Richtlinie 2006/48/EG oder als elektronisches Geld im Sinne des Artikels 1 Absatz 3 der Richtlinie 2000/46/EG.


2. Wanneer betalingsinstellingen overgaan tot het aanbieden van een of meer betalingsdiensten als bedoeld in de bijlage, mogen zij alleen betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor betalingstransacties wordt gebruikt; geldmiddelen die betalingsinstellingen in verband met het aanbieden van betalingsdiensten van betalingsdienstgebruikers ontvangen, zijn geen deposito’s of andere terugbetaalbare gelden in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2006/48/EG, noch elektronisch geld in de zin van artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2000/46/EG.

(2) Bei der Erbringung eines oder mehrerer der im Anhang genannten Zahlungsdienste dürfen Zahlungsinstitute nur Zahlungskonten führen, die ausschließlich für Zahlungsvorgänge genutzt werden; Geldbeträge, die sie von Zahlungsdienstnutzern für die Erbringung von Zahlungsdiensten erhalten, gelten nicht als Einlagen oder andere rückzahlbare Gelder im Sinne des Artikels 5 der Richtlinie 2006/48/EG oder als elektronisches Geld im Sinne des Artikels 1 Absatz 3 der Richtlinie 2000/46/EG.


2. Wanneer betalingsinstellingen overgaan tot het leveren van de betalingsdiensten onder lid 1 bis, mogen zij alleen over betaalrekeningen beschikken die uitsluitend gebruikt worden voor betalingstransacties; geldmiddelen die betalingsinstellingen in verband met het aanbieden van betalingsdiensten van betalingsdienstgebruikers ontvangen, geen deposito's of andere terugbetaalbare gelden in de zin van artikel 3 van Richtlijn 2000/12/EG en evenmin elektronisch geld in de zin van artikel 1, lid 3 van Richtlijn 2000/46/EG.

2. Erbringen Zahlungsinstitute Zahlungsdienste gemäß Absatz 1 Buchstabe a, dürfen sie nur Zahlungskonten führen, die ausschließlich für Zahlungsvorgänge genutzt werden. Der Eingang sämtlicher von Zahlungsdienstnutzern geleisteten Zahlungen für die Erbringung von Zahlungsdiensten gilt nicht als Entgegennahme von Einlagen oder anderen rückzahlbaren Geldern im Sinne des Artikels 3 der Richtlinie 2000/12/EG oder von elektronischem Geld im Sinne von Artikel 1 Absatz 3 der Richtlinie 2000/46/EG.


w