1. De in deze verordening vervatte vrijstelling geldt eveneens voor overeenkomsten die mededingingsbeperkende verplichtingen inhouden die niet onder de artikelen 1 en 2 vallen, noch door artikel 3 worden bestreken, mits de betrokken overeenkomsten overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 3 van Verordening (EG) nr. 3385/94 van de Commissie bij de Commissie worden aangemeld en deze binnen een termijn van vier maanden geen oppositie tegen de vrijstelling voert.
(1) Der Rechtsvorteil der Freistellung gemäß dieser Verordnung kommt auch Vereinbarungen mit solchen wettbewerbsbeschränkenden Verpflichtungen zugute, die nicht von den Artikeln 1 und 2 erfaßt werden und nicht unter Artikel 3 fallen, sofern diese Vereinbarungen gemäß den Artikeln 1, 2 und 3 der Verordnung (EG) Nr. 3385/94 der Kommission bei der Kommission angemeldet werden und die Kommission binnen vier Monaten keinen Widerspruch gegen die Freistellung erhebt.