3. De delegatie van bevoegdheden waarnaar in artikel 3, lid 4, onder d), artikel 5, lid 5, de derde alinea van artikel 17, lid 3, onder c), en artikel 19, leden 1, en 5 tot en met 7, wordt verwezen, kan op gelijk welk moment door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken.
(3) Die in Artikel 3 Absatz 4 Buchstabe d, Artikel 5 Absatz 5, Artikel 17 Absatz 3 Buchstabe c Unterabsatz 3 und Artikel 19 Absätze 5, 6 und 7 genannte Befugnisübertragung kann vom Europäischen Parlament oder vom Rat jederzeit widerrufen werden.