20. wijst erop dat middelen uit fondsen die in het kader van het cohesiebeleid zijn opgericht niet als instrument voor sancties in het kader van het stabiliteits- en groeipact moeten worden ingezet; wijst er met nadruk op dat zulks voor de desbetreffende regio’s en lidstaten, alsook voor de EU contraproductief zou zijn en dat lidstaten en regio’s via dit soort maatregelen niet op gelijke wijze zouden worden behandeld, daar de armsten het zwaarst gestraft zouden worden;
20. verweist darauf, dass Mittel aus Fonds, die im Rahmen der Kohäsionspolitik aufgelegt werden, nicht im Rahmen des Stabilitäts- und Wachstumspakts als „Bestrafungsinstrument“ genutzt werden sollten; betont, dass dies für die betroffenen Regionen und Mitgliedstaaten sowie für die EU kontraproduktiv wäre und dass solche Maßnahmen die Mitgliedstaaten und Regionen nicht im gleichen Maße treffen würden, da die Ärmsten am härtesten bestraft würden;