(8) Overwegende dat in het kader van het Verdrag het gezag over de binnenwateren en de havens bij de lidstaten ligt; dat echter met betrekking tot de toegang tot havenfaciliteiten in de Gemeenschap voor vaartuigen van niet-verdragsluitende partijen waarvan is waargenomen dat ze visten in het verdragsgebied, op het niveau van de Gemeenschap additionele uniforme maatregelen moeten worden vastgesteld zodat voor de activiteiten van dergelijke vaartuigen in de havens van de Gemeenschap zodanige regels gelden dat de doeltreffendheid van de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de CCAMLR wordt gewaarborgd,
(8) Nach dem Vertrag liegt die Hoheitsgewalt über Küstengewässer und Häfen bei den Mitgliedstaaten. Hinsichtlich des Zugangs zu Hafeneinrichtungen in der Gemeinschaft durch Schiffe von Nichtvertragsparteien, die beim Fischfang im Übereinkommensbereich gesichtet worden sind, müssen jedoch zusätzliche einheitliche Maßnahmen auf Gemeinschaftsebene getroffen werden, um die Abfertigung solcher Schiffe in Gemeinschaftshäfen so zu regeln, daß die Wirksamkeit der Erhaltungs- und Kontrollmaßnahmen der CCAMLR sichergestellt ist -
