De lidstaten die op dit moment een relatief laag bbp per hoofd van de bevolking hebben en dus hoge groeiverwachtingen ten aanzien van hun bbp, moet worden toegestaan ten opzichte van 2005 meer broeikasgassen uit te stoten, maar zij moeten de toename van broeikasgasemissies wel beperken om bij te dragen aan de eenzijdige verbintenis van de Gemeenschap om de emissies terug te dringen.
Mitgliedstaaten mit einem derzeit relativ niedrigen Pro-Kopf-BIP, die deswegen mit einem hohen BIP-Wachstum rechnen können, sollten mehr Treibhausgase emittieren dürfen als 2005, als Beitrag zu der unabhängigen Reduktionsverpflichtung der Gemeinschaft sollte dieser Anstieg der Treibhausgasemissionen jedoch beschränkt werden.