G. overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bepaald dat „de voorrechten en immuniteiten, ook al zijn zij uitsluitend in het belang van de Gemeenschap toegekend, niettemin uitdrukkelijk zijn toegekend aan de ambtenaren en overige personeelsleden van de instellingen van de Gemeenschap alsmede aan de leden van het Parlement” en dat „het protocol [.] dus een subjectief recht in het leven [roept] voor de bedoelde personen” ;
G. in der Erwägung, dass der Gerichtshof der Europäischen Union festgestellt hat, dass die Vorrechte und Befreiungen, „auch wenn [diese] ausschließlich im Interesse der Gemeinschaft gewährt worden sind, [...] jedoch ausdrücklich den Beamten und sonstigen Bediensteten der Organe der Gemeinschaft sowie den Mitgliedern des Parlaments zuerkannt worden [sind]“ und „das Protokoll [...] mithin den darin bezeichneten Personen ein subjektives Recht [verleiht]“ ;