4. Verondersteld mag worden dat de betrokken afvalstroom en de handeling tot nuttige toepassing op milieuhygiënisch verantwoorde wijze worden beheerd indien wordt aangetoond dat de inrichting in het land van bestemming buiten de Gemeenschap zicht houdt aan de behandelingsrichtsnoer van bijlage IX voor de betrokken afvalstroom.
4. Bei einem bestimmten Abfallstrom und einer bestimmten Verwertungsmaßnahme kann eine umweltverträgliche Behandlung unter anderem dann angenommen werden, wenn nachgewiesen wird, dass die in Anhang IX für den betreffenden Abfallstrom aufgeführte Behandlungsleitlinie in der Einrichtung im Empfängerstaat angewandt wird.