Traduction de «gemeenschappen in culturele aangelegenheden kon dwarsbomen » (Néerlandais → Allemand) :

Artikel 127, § 1, van de Grondwet bepaalt : « De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, ieder wat hem betreft, bij decreet : 1° de culturele aangelegenheden; 2° het onderwijs, met uitsluiting van : a) de bepaling van het begin en het einde van de leerplicht; b) de minimale voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's; c) de pensioenregeling; 3° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsook de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de aangelegenheden bedoeld in 1° en 2°.
Artikel 127 § 1 der Verfassung bestimmt: « Die Parlamente der Französischen und der Flämischen Gemeinschaft regeln durch Dekret, jedes für seinen Bereich: 1. die kulturellen Angelegenheiten; 2. das Unterrichtswesen mit Ausnahme a) der Festlegung von Beginn und Ende der Schulpflicht; b) der Mindestbedingungen für die Ausstellung der Diplome; c) der Pensionsregelungen; 3. die Zusammenarbeit zwischen den Gemeinschaften sowie die internationale Zusammenarbeit, einschließlich des Abschlusses von Verträgen, in den unter den Nummern 1 und 2 erwähnten Angelegenheiten.

Die conclusie ligt des te meer voor de hand daar die regeling op geen enkele wijze het beleid van de gemeenschappen in culturele aangelegenheden kon dwarsbomen.
Diese Schlussfolgerung liegt um so mehr auf der Hand, als diese Regelung in keinerlei Weise die Politik der Gemeinschaften in kulturellen Angelegenheiten durchkreuzen konnte.

E. overwegende dat er nog te weinig bekend is over de prevalentie en overdracht van ebola en over het gevaar van mutatie van het ebolavirus; overwegende dat algehele verwarring en heersende misverstanden over de oorzaken en gevolgen van ebola ertoe geleid hebben dat deze ziekte zich kon blijven verspreiden; overwegende dat etnografisch onderzoek nuttig is om inzicht te verkrijgen in de werking van gemeenschappen en om te leren begrijpen hoe mensen met verschillende culturele achtergronden kunnen worden bereikt;
E. in der Erwägung, dass noch zu wenig darüber bekannt ist, wie das Ebola-Virus vorkommt, wie es übertragen wird und welches Mutationspotenzial ihm innewohnt; in der Erwägung, dass die weitverbreitete Verwirrung und das vorherrschende Missverständnis über die Ursachen und Folgen der Viruskrankheit Ebola dazu geführt haben, dass sich das Virus immer weiter verbreitet hat; in der Erwägung, dass ethnografische Forschungen betrieben werden sollten, damit verstanden wird, wie Gemeinschaften funktionieren und wie Menschen unterschiedlicher kultureller Gepflogenheiten erreicht werden können;

D. overwegende dat er nog te weinig bekend is over de prevalentie en overdracht van ebola en over het gevaar van mutatie van het ebolavirus; overwegende dat algehele verwarring en heersende misverstanden over de oorzaken en gevolgen van ebola ertoe geleid hebben dat deze ziekte zich kon blijven verspreiden; overwegende dat etnografisch onderzoek nuttig is om inzicht te verkrijgen in de werking van gemeenschappen en om te leren begrijpen hoe mensen met verschillende culturele achtergronden kunnen worden bereikt;
D. in der Erwägung, dass noch zu wenig darüber bekannt ist, wie das Ebola-Virus vorkommt, wie es übertragen wird und welches Mutationspotenzial ihm innewohnt; in der Erwägung, dass die weitverbreitete Verwirrung und das vorherrschende Missverständnis über die Ursachen und Folgen der Viruskrankheit Ebola dazu geführt haben, dass das Virus sich immer weiter verbreitet hat; in der Erwägung, dass ethnografische Forschungen betrieben werden sollten, damit verstanden wird, wie Gemeinschaften funktionieren und wie Menschen unterschiedlicher kultureller Gepflogenheiten erreicht werden können;

103. wijst nogmaals op de zorgen in het onofficieel naar buiten gebrachte verslag van de OHCHR van 2006 inzake beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging in de Westelijke Sahara; neemt kennis van de bewering van Marokko dat het sit-indemonstraties en andere vormen van protest toestaat; betreurt dat Marokko ngo's die zich voor onafhankelijkheid uitspreken klaarblijkelijk via institutionele weg tegenwerkt door hun wettelijke registratie en erkenning te verhinderen, die zij nodig hebben om zich effectief in te zetten binnen hun gemeenschappen; veroordeelt de vaak strenge straffen voor „ondermijning van de Marokkaanse territoriale integriteit”, een wetgevingsinstrument dat naar verluidt wordt gebruikt om Sahrawi´s die voor onafhankelijkheid pleiten, te dwarsbomen; herinnert aan de bevindingen van de onafhankelijke deskundige van de VN inzake culturele rechten dat de Marokkaanse autoriteiten bepaalde aspecten van de Sahrawi-cultuur onderdrukken; herhaalt de oproep van deze onafhankelijke VN-deskundige om een einde aan deze maatregelen te maken en volledige culturele diversiteit te bevorderen; neemt in dit verband verheugd kennis van de in de nieuwe Marokkaanse grondwet opgenomen bepalingen inzake de eerbiediging van culturele rechten; is ingenomen met de oprichting van een Sahrawi-televisiestation; dringt met klem aan op volledige tenuitvoerlegging van deze bepalingen;
103. bekräftigt erneut die in dem inoffiziell an die Öffentlichkeit gelangten Bericht des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte 2006 geäußerte Sorge hinsichtlich der Einschränkung der Meinungs-, Versammlungs- und Vereinigungsfreiheit in der Westsahara; nimmt die Behauptung Marokkos, dass es Sitzstreiks und andere Formen des Protests erlaubt, zur Kenntnis; bedauert Marokkos offensichtliche institutionelle Blockade nichtstaatlicher Organisationen, die sich für die Unabhängigkeit der Westsahara einsetzen, indem ihre amtliche Eintragung und Anerkennung, die sie für einen wirksamen Einsatz innerhalb ihrer Gemeinschaften benötigen, verhindert wird; verurteilt die oftmals hohen Strafen für die „Untergrabung der territorialen Integrität Marokkos“, eine Rechtsvorschrift, die Berichten zufolge gegen Saharauis eingesetzt wird, die friedlich für die Unabhängigkeit eintreten; verweist auf die Ergebnisse eines unabhängigen Experten der Vereinten Nationen für kulturelle Rechte, laut denen die marokkanischen Behörden bestimmte Ausdrucksformen der saharauischen Kultur unterdrücken; wiederholt den Aufruf des unabhängigen Experten der Vereinten Nationen, diese Maßnahmen abzuschaffen und die uneingeschränkte kulturelle Vielfalt zu fördern; nimmt jedoch in diesem Zusammenhang die Bestimmungen der neuen marokkanischen Verfassung, die auf die Achtung der kulturellen Rechte abzielen, erfreut zur Kenntnis; begrüßt den Aufbau eines rein saharauischen Fernsehsenders; empfiehlt dringend die vollständige Umsetzung dieser Bestimmungen;

106. wijst nogmaals op de zorgen in het onofficieel naar buiten gebrachte verslag van de OHCHR van 2006 inzake beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging in de Westelijke Sahara; neemt kennis van de bewering van Marokko dat het sit-indemonstraties en andere vormen van protest toestaat; betreurt dat Marokko ngo's die zich voor onafhankelijkheid uitspreken klaarblijkelijk via institutionele weg tegenwerkt door hun wettelijke registratie en erkenning te verhinderen, die zij nodig hebben om zich effectief in te zetten binnen hun gemeenschappen; veroordeelt de vaak strenge straffen voor "ondermijning van de Marokkaanse territoriale integriteit", een wetgevingsinstrument dat naar verluidt wordt gebruikt om Sahrawi´s die voor onafhankelijkheid pleiten, te dwarsbomen; herinnert aan de bevindingen van de onafhankelijke deskundige van de VN inzake culturele rechten dat de Marokkaanse autoriteiten bepaalde aspecten van de Sahrawi-cultuur onderdrukken; herhaalt de oproep van deze onafhankelijke VN-deskundige om een einde aan deze maatregelen te maken en volledige culturele diversiteit te bevorderen; neemt in dit verband verheugd kennis van de in de nieuwe Marokkaanse grondwet opgenomen bepalingen inzake de eerbiediging van culturele rechten; is ingenomen met de oprichting van een Sahrawi-televisiestation; dringt met klem aan op volledige tenuitvoerlegging van deze bepalingen;
106. bekräftigt erneut die in dem inoffiziell an die Öffentlichkeit gelangten Bericht des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte 2006 geäußerte Sorge hinsichtlich der Einschränkung der Meinungs-, Versammlungs- und Vereinigungsfreiheit in der Westsahara; nimmt die Behauptung Marokkos, dass es Sitzstreiks und andere Formen des Protests erlaubt, zur Kenntnis; bedauert Marokkos offensichtliche institutionelle Blockade nichtstaatlicher Organisationen, die sich für die Unabhängigkeit der Westsahara einsetzen, indem ihre amtliche Eintragung und Anerkennung, die sie für einen wirksamen Einsatz innerhalb ihrer Gemeinschaften benötigen, verhindert wird; verurteilt die oftmals hohen Strafen für die „Untergrabung der territorialen Integrität Marokkos“, eine Rechtsvorschrift, die Berichten zufolge gegen Saharauis eingesetzt wird, die friedlich für die Unabhängigkeit eintreten; verweist auf die Ergebnisse eines unabhängigen Experten der Vereinten Nationen für kulturelle Rechte, laut denen die marokkanischen Behörden bestimmte Ausdrucksformen der saharauischen Kultur unterdrücken; wiederholt den Aufruf des unabhängigen Experten der Vereinten Nationen, diese Maßnahmen abzuschaffen und die uneingeschränkte kulturelle Vielfalt zu fördern; nimmt jedoch in diesem Zusammenhang die Bestimmungen der neuen marokkanischen Verfassung, die auf die Achtung der kulturellen Rechte abzielen, erfreut zur Kenntnis; begrüßt den Aufbau eines rein saharauischen Fernsehsenders; empfiehlt dringend die vollständige Umsetzung dieser Bestimmungen;

De bevoegdheid van de gemeenschappen inzake de sport en het openluchtleven bedoeld in artikel 4, 9°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ressorteert onder de culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, en niet onder de persoonsgebonden aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet, zodat het middel niet ontvankelijk is in zoverre het die laatste bepaling aanvoert.
Die Zuständigkeit der Gemeinschaften für Sport und Leben im Freien, die in Artikel 4 Nr. 9 des Sondergesetzes zur Reform der Institutionen vom 8. August 1980 vorgesehen ist, gehört zu den kulturellen Angelegenheiten im Sinne von Artikel 127 § 1 der Verfassung und nicht zu den personenbezogenen Angelegenheiten im Sinne von Artikel 128 § 1 der Verfassung, so dass der Klagegrund unzulässig ist, insofern darin die letztgenannte Bestimmung angeführt wird.

Voorts voert de Franse Gemeenschapsregering artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 aan, dat aan de gemeenschappen de culturele aangelegenheden van de schone kunsten en bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten toevertrouwt, en dus de mogelijkheid om het aanbod van tal van nieuwe diensten te regelen.
Die Regierung der Französischen Gemeinschaft führt im übrigen Artikel 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 an, der den Gemeinschaften die kulturellen Sachbereiche der schönen Künste und der Bibliotheken, der Diskotheken und der gleichartigen Dienstleistungen anvertraut habe, und somit auch die Möglichkeit, das Angebot zahlreicher neuer Dienstleistungen zu regeln.

De Franse Gemeenschapsregering doet opmerken dat de Raad van State in zijn advies bij het ontwerp van decreet stelde dat de gemeenschappen en gewesten de rechten en vrijheden kunnen regelen in de aangelegenheden die tot hun bevoegdheidssfeer behoren en dat het Hof in zijn arrest nr. 54/96 overwoog dat de gemeenschappen in het kader van hun bevoegdheid inzake culturele aangelegenheden alle initiatieven kunnen nemen ter bevordering van de cultuur en ter verwezenlijking van eenieders recht op culturele ontplooiing bepaald in artikel 23, derde lid, 5°, van de Grondwet.
Die Regierung der Französischen Gemeinschaft führt an, der Staatsrat habe in seinem Gutachten zum Dekretsentwurf erklärt, die Gemeinschaften und Regionen regelten die Rechte und Freiheiten in den Sachbereichen, die zu ihrem Zuständigkeitsbereich gehörten, und der Hof habe in seinem Urteil Nr. 54/96 die Meinung vertreten, dass die Gemeinschaften im Rahmen ihrer Zuständigkeit für kulturelle Angelegenheiten alle Initiativen zur Förderung der Kultur und zur Verwirklichung des Rechtes eines jeden auf kulturelle Entfaltung, das in Artikel 23 Absatz 3 Nr. 5 der Verfassung festgelegt sei, ergreifen könnten.