Voor zover dergelijke bepaling een nauwe band vertoont met de bevoegdheid van de gemeenschappen inzake kinderopvang en onder voorbehoud van het onderzoek van de bestaanbaarheid van die voorwaarden met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met de bepalingen van het recht van de Europese Unie, kunnen zij, zonder hun bevoegdheid te overschrijden, bepalen dat de verantwoordelijke en één personeelslid een actieve kennis, in dit geval, van de Nederlandse taal moeten bezitten zonder evenwel het gebruik van die taal te kunnen regelen.
Sofern eine solche Bestimmung eine enge Verbindung mit der Zuständigkeit der Gemeinschaften für die Kinderbetreuung aufweist und vorbehaltlich der Prüfung der Vereinbarkeit dieser Bedingungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung und mit den Bestimmungen des Rechts der Europäischen Union können sie, ohne ihre Befugnis zu überschreiten, vorsehen, dass der Verantwortliche und ein Personalmitglied eine aktive Kenntnis - im vorliegenden Fall - der niederländischen Sprache besitzen müssen, ohne jedoch den Gebrauch dieser Sprache regeln zu können.