De bevoegdheid van de gemeenschappen inzake de sociale hulpverlening aan gedetineerden zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, enerzijds, en de door andere bepalingen aan de gemeenschappen toegewezen bevoegdheden, anderzijds, vereisen evenwel dat de federale wetgever, wanneer hij de strafuitvoering en het penitentiair regime regelt, zich beperkt tot hetgeen daartoe noodzakelijk is en de uitoefening van de gemeenschapsbevoegdheid niet onmogelijk maakt of overdreven bemoeilijkt.
Die Zuständigkeit der Gemeinschaften für die Sozialhilfe für Inhaftierte im Sinne von Artikel 5 § 1 II Nr. 7 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 einerseits und die den Gemeinschaften durch andere Bestimmungen erteilten Zuständigkeiten andererseits erfordern es jedoch, dass der föderale Gesetzgeber, wenn er den Strafvollzug und das Strafvollzugssystem regelt, sich auf das beschränkt, was dazu notwendig ist, und die Ausübung der Gemeinschaftszuständigkeit nicht unmöglich macht oder übermässig erschwert.