Bij de grondwetsherziening van 15 juli 1988 heeft de vice-eerste minister en minister van Institutionele Hervormingen (N) in verband met het « geval [.] van een school die in een faciliteitengemeente is gevestigd en onderwijs verstrekt in een andere taal dan die van de streek » verklaard dat « de verandering [.] de [.] verantwoordelijke Minister [betreft], aangezien die voortaan een Gemeenschapsminister zal zijn », met dien verstande dat « de op die school toepasselijke bepalingen diegene zijn die in de wet van 30 juli 1963 zijn vervat [.] zolang die wetgeving ongewijzigd blijft » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1988, nr. 10/59b-456/4, p. 30).
Bei der Verfassungsrevision vom 15. Juli 1988 hat der Vizepremierminister und Minister der Institutionellen Reformen (N) im Zus
ammenhang mit « dem Fall einer Schule, die sich in einer Gemeinde mit Sprachenerleichterungen befindet und die Unterricht in einer anderen Sprache als derjenigen des Gebiets erteilt », erklärt, dass « die [.] Änderung den zuständigen Minister [betrifft], denn es wird
sich künftig um den Gemeinschaftsminister handeln », wobei « die auf diese Schule anwendbaren Bestimmungen diejenigen sind, die im Gesetz vom 30.
...[+++] Juli 1963 enthalten sind, [.] solange diese Rechtsvorschriften unverändert bleiben » (Parl. Dok., Kammer, Sondersitzungsperiode 1988, Nr. 10/59b-456/4, S. 30).
