In de onderhandelingen met het bedrijf stond de gemeente Narvik er echter op dat haar recht op concessiestroom in zijn geheel werd gekocht en dat de 11,7 GWh aan concessiestroom tegen kostprijs daarom moest worden gecombineerd met de concessiestroom tegen ministerieprijs.
In den Verhandlungen mit NEAS bestand Narvik jedoch darauf, dass ihre gesamten Rechte an Konzessionsstrom erworben werden müssten; die 11,7 GWh Konzessionsstrom zum Selbstkostenpreis seien deshalb mit dem Konzessionsstrom zum Ministeriumpreis in einem Paket gebündelt.