Art. 4. De personeelsleden aangewezen door de gemeenteraad overeenkomstig artikel D.140, § 3, die beschikken over de legitimatiekaart bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1°, van de nieuwe gemeentewet worden geacht aan de opleidingsvoorwaarden te voldoen om de overtredingen van de wetgeving bedoeld in artikel R.87, 2°, 3° en 6°, alsook van de desbetreffende uitvoeringbesluiten tot 1 januari 2011 te mogen vaststellen.
Art. 4 - Es wird davon ausgegangen, dass die vom Gemeinderat gemäss Artikel D.140, § 3 bezeichneten Bediensteten, die über die in Artikel 3 des Königlichen Erlasses vom 5. Dezember 2004 zur Festlegung der Mindestbedingungen, die Gemeindebedienstete im Sinne von Artikel 119bis, § 6, Absatz 2, 1° des neuen Gemeindegesetzes erfüllen müssen, vorgesehene Legitimationskarte verfügen, die Bedingungen bezüglich der Ausbildung zur Feststellung der Verstösse gegen die in Artikel R.87, 2°, 3° und 6° erwähnten Gesetzgebungen, sowie gegen deren Durchführungserlasse bis zum 1. Januar 2011 erfüllen.
