De verzoekers in de zaak nr. 2343 (derde middel) voeren aan dat de artikelen 37 en 38 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen een schending inhouden van de artikelen 39 en 116 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 ervan, doordat zij afwijken van het beginsel dat de democratische vertegenwoordigers van de inwoners van een bepaald grondgebied, zij het op federaal, gemeenschaps-, gewestel
ijk, provinciaal of gemeentelijk niveau, verkozen worden uit een aantal kandidaat-mandatarissen ...[+++] van dezelfde groep.
Die Kläger in der Rechtssache Nr. 2343 (dritter Klagegrund) führen an, die Artikel 37 und 38 des Sondergesetzes vom 13. Juli 2001 zur Übertragung verschiedener Befugnisse an die Regionen und Gemeinschaften beinhalteten einen Verstoss gegen die Artikel 39 und 116 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 10 und 11, indem sie von dem Grundsatz abwichen, dass die demokratischen Vertreter der Einwohner eines bestimmten Gebietes, sei es auf föderaler, gemeinschaftlicher, regionaler, provinzialer oder kommunaler Ebene, unter einer Reihe von Kandidaten für Mandate aus derselben Gruppe gewählt würden.