Vertaling van "gemiddeld 39 lager " (Nederlands → Duits) :

D. overwegende dat de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen laat zien dat in de hele EU de pensioenen van vrouwen gemiddeld 39 % lager zijn dan die van mannen;
D. in der Erwägung, dass das geschlechtsspezifische Rentengefälle deutlich macht, dass die Renten der Frauen in der EU durchschnittlich um 39 % unter denen der Männer liegen;

C. overwegende dat meer vrouwen dan mannen kampen met armoede en sociale uitsluiting, en met name oudere vrouwen – van wie het pensioen gemiddeld 39 % lager is dan dat van mannen – en alleenstaande moeders; overwegende dat vrouwen vaker deeltijds of met een tijdelijk contract of een contract van bepaalde duur werken dan mannen, en dat de armoede onder vrouwen grotendeels te wijten is aan hun onzekere arbeidssituatie;
C. in der Erwägung, dass mehr Frauen als Männer von Armut und Ausgrenzung betroffen sind, insbesondere ältere Frauen, die eine um durchschnittlich 39 % niedrigere Rente beziehen als Männer, und alleinerziehende Mütter; in der Erwägung, dass Frauen häufiger als Männer auf Teilzeitbasis oder auf der Grundlage von befristeten Arbeitsverträgen oder Zeitarbeitsverträgen beschäftigt sind und dass die Frauenarmut größtenteils auf prekäre Arbeitsverhältnisse zurückzuführen ist;

C. overwegende dat het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen uiterst langzaam vordert en dat in sommige lidstaten de loonkloof zelfs wijder is geworden; overwegende dat, ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is, de getroffen maatregelen en de ingezette middelen (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd problematisch is en vrouwen in de EU momenteel 16,2% minder verdienen dan mannen; overwegende dat de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid essentieel is voor de verwezenlijking van gendergelijkheid; overwegende dat de negatieve gevolgen voor vrouwen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen doorwerken na de pensioenleeftijd en vrouwen pensioenen ontvangen die gemiddeld 39 % lager zijn dan die van mannen;
C. in der Erwägung, dass bei der Verringerung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles nur äußerst langsam Fortschritte erzielt werden und sich das Gefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar vergrößert hat; in der Erwägung, dass trotz der seit fast 40 Jahren geltenden zahlreichen Rechtsvorschriften, der Maßnahmen, die ergriffen und der Mittel, die eingesetzt wurden, das geschlechtsspezifische Lohngefälle nach wie vor ein Problem darstellt und gegenwärtig EU-weit bei 16, 2 % liegt (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16, 4 %); in der Erwägung, dass die Anwendung des Grundsatzes des gleichen Entgelts für gleiche und gleichwertige Arbeit für die Verwirklichung der Gleichstellung der Geschlechter von entscheidender Bedeutung ist; in der Erwägung, dass die negativen Auswirkungen des geschlechtsspezifischen Lohngefälles auf Frauen bis ins Rentenalter spürbar sind und Frauen durchschnittlich Renten beziehen, die um 39 % niedriger als die Renten der Männer sind;

C. overwegende dat het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen uiterst langzaam vordert en dat in sommige lidstaten de loonkloof zelfs wijder is geworden; overwegende dat, ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is, de getroffen maatregelen en de ingezette middelen (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd problematisch is en vrouwen in de EU momenteel 16,2% minder verdienen dan mannen; overwegende dat de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid essentieel is voor de verwezenlijking van gendergelijkheid; overwegende dat de negatieve gevolgen voor vrouwen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen doorwerken na de pensioenleeftijd en vrouwen pensioenen ontvangen die gemiddeld 39% lager zijn dan die van mannen;
C. in der Erwägung, dass bei der Verringerung des geschlechtsspezifischen Lohngefälles nur äußerst langsam Fortschritte erzielt werden und sich das Gefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar vergrößert hat; in der Erwägung, dass trotz der seit fast 40 Jahren geltenden zahlreichen Rechtsvorschriften, der Maßnahmen, die ergriffen und der Mittel, die eingesetzt wurden, das geschlechtsspezifische Lohngefälle nach wie vor ein Problem darstellt und gegenwärtig EU-weit bei 16, 2 % liegt (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17, 7 %, 2007 bei 17, 6 %, 2008 bei 17, 4 %, 2009 bei 16, 9% und 2010 bei 16, 4 %); in der Erwägung, dass die Anwendung des Grundsatzes des gleichen Entgelts für gleiche und gleichwertige Arbeit für die Verwirklichung der Gleichstellung der Geschlechter von entscheidender Bedeutung ist; in der Erwägung, dass die negativen Auswirkungen des geschlechtsspezifischen Lohngefälles auf Frauen bis ins Rentenalter spürbar sind und Frauen durchschnittlich Renten beziehen, die um 39% niedriger als die Renten der Männer sind;

Tegelijkertijd wijst een eveneens vandaag gepubliceerde studie over de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen uit dat het pensioen van vrouwen in de EU gemiddeld 39% lager is dan dat van mannen.
Gleichzeitig veröffentlicht die Kommission heute eine neue Studie, in der das Phänomen des „Gender Pension Gap“ – der geschlechtsspezifischen Rentenlücke – untersucht und aufgezeigt wird, dass die Renten von Frauen EU-weit um durchschnittlich 39 % geringer sind als die von Männern.

De studie wijst uit dat de geringere arbeidsparticipatie van vrouwen doorwerkt in de pensioenen: het gemiddelde pensioen van vrouwen ligt 39% lager dan dat van mannen.
Dabei handelt es sich um die erste Studie dieser Art. Sie zeigt, dass die Auswirkungen der geringeren Beschäftigungsquote der Frauen bis ins Rentenalter reichen: Frauen beziehen im Durchschnitt eine um 39 % niedrigere Rente als Männer.

Volgens de ramingen van de Commissie moet de rente op de leningen, om als marktconform te kunnen worden aangemerkt, bij een normale zekerheidsstelling zo’n 14 % bedragen (swaprente 5 jaar 2,825 % (39)+ gemiddelde CDS (40) voor lager dan B- (dus CCC) van 11,18 % + premie 0,2 %).
Nach Einschätzungen der Kommission müsste der Zinssatz für Darlehen, bei einer normalen Besicherung und um marktüblich zu sein, bei 14 % liegen (Swap-Satz 5 Jahre 2,825 % (39) + durchschnittlicher CDS (40) unter B- (d. h. CCC) von 11,18 % + Agio 0,2 %).