6. De bevoegde autoriteit die de stamboekvereniging of fokkerijgroepering overeenkomstig artikel 4, lid 3, heeft erkend, stelt de stamboekvereniging of fokkerijgroepering onverwijld in kennis van het resultaat van de in lid 2, onder a), van dit artikel bedoelde kennisgeving en stelt haar in geval van weigering in kennis van de gemotiveerde toelichting voor die weigering, zoals bedoeld in lid 4 van dit artikel.
(6) Die zuständige Behörde des Mitgliedstaats, die den Zuchtverband oder das Zuchtunternehmen gemäß Artikel 4 Absatz 3 anerkannt hat, unterrichtet den Zuchtverband bzw. das Zuchtunternehmen unverzüglich von der Reaktion auf die Benachrichtigung gemäß Absatz 2 Buchstabe a dieses Artikels und übermittelt im Falle einer Verweigerung dem betreffenden Zuchtverband bzw. Zuchtunternehmen eine Begründung für die Verweigerung der Genehmigung gemäß Absatz 4 dieses Artikels.