De partijen komen overeen dat voor overnameverzoeken die worden ingediend door een lidstaat waarvan de maximale bewaringstermijn volgens nationaal recht 30 dagen of minder bedraagt, binnen de in artikel 8, lid 2, genoemde termijn van 30 kalenderdagen, wanneer het overnameverzoek wordt ingewilligd, ook het in artikel 2, lid 2, en artikel 3, lid 4, van de overnameovereenkomst bedoelde reisdocument moet worden afgegeven.
Die Vertragsparteien kommen überein, dass bei Rückübernahmeersuchen eines Mitgliedstaats, dessen maximale Haftdauer nach innerstaatlichem Recht höchstens 30 Tage beträgt, die Frist von 30 Kalendertagen in Artikel 8 Absatz 2, wenn dem Rückübernahmeersuchen stattgegeben wird, die Ausstellung des Reisedokuments einschließt, das für die Rückübernahme der betreffenden Person gemäß Artikel 2 Absatz 2 und Artikel 3 Absatz 4 des Abkommens erforderlich ist.