11. spreekt opnieuw zijn bezorgdheid uit over het lot van de Tatarengemeenschap op de Krim en over de veiligheid en rechtspositie van personen die tot de Oekraïenssprekende gemeenschap behoren; onderstreept de verantwoordelijkheid van de Russische Federatie voor de bescherming van alle burgers in de bezette gebieden uit hoofde van het
vierde Verdrag van Genève; verzoekt om een onafhankelijk internationaal onderzoek naar de gemelde gevallen van mishandeling, willekeurige detentie, ontvoering en marteling van acti
...[+++]visten en de vermeende betrokkenheid van Berkoet-leden bij deze mensenrechtenschendingen;
11. bekräftigt seine Sorge um das Schicksal der Tatarengemeinschaft auf der Krim und die Sicherheit der der ukrainischsprechenden Gemeinschaft zugehörigen Menschen und ihre Möglichkeit, ihre Rechte wahrzunehmen; betont die Verantwortung der russischen Föderation nach dem IV. Genfer Abkommen, Zivilisten in den besetzten Gebieten zu schützen; fordert eine unabhängige internationale Untersuchung der Fälle von Misshandlung, willkürlicher Festnahme, Entführung und Folter von Aktivisten, über die berichtet wurde, und der mutmaßlichen Beteiligung von Berkut-Offizieren an diesen Menschenrechtsverletzungen;