De wetgever heeft uitdrukkelijk geoordeeld dat zulks niet het geval is bij samenloop van overtredingen, gelet op het weinig onterende karakter van de politiestraffen (Parl. St., Kamer, zitting van 2 juli 1851, Verslag, nr. 245, p. 49).
Der Gesetzgeber hat ausdrücklich geurteilt, dass dies für die Tatmehrheit bei Übertretungen nicht zutrifft, da Polizeistrafen keinen sehr entehrenden Charakter haben (Parl. Dok., Kammer, Sitzung vom 2. Juli 1851, Bericht Nr. 245, S. 49).