Wanneer geen enkel gerecht bevoegd is op grond van de artikelen 3, 4 en 5, zijn de gerechten van een lidstaat bevoegd, mits een van de echtgenoten of de beide echtgenoten op het grondgebied van die lidstaat een goed of goederen bezitten; in voorkomend geval zal het geadieerde gerecht slechts over dit goed of die goederen beslissen .
Soweit sich aus den Artikeln 3, 4 und 5 keine Zuständigkeit eines mitgliedstaatlichen Gerichts ergibt, sind die Gerichte eines Mitgliedstaats zuständig, in dessen Hoheitsgebiet Vermögensgegenstände eines oder beider Ehegatten belegen sind; in diesem Fall entscheidet das angerufene Gericht nur über diese Vermögensgegenstände.