Vertaling van "gerechtelijk dwangbevel " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

gerechtelijk dwangbevel
Vollstreckungsbefehl | Vollstreckungsbescheid

correctrice van gerechtelijke notulen | proeflezer van gerechtelijke notulen | corrector van gerechtelijke notulen | revisor van gerechtelijke notulen
Gerichtsschreiber | Gerichtsschriftführerin | Gerichtsschreiber/Gerichtsschreiberin | Gerichtsschriftführer

dwangbevel
Zwangsbefehl

dwangbevel
Zwangsverfahren

dwangbevel
Zahlungsaufforderung

rechterlijk dwangbevel
Vollstreckungsbefehl

gerechtelijk notuliste | gerechtssecretaris | gerechtelijk notulist | griffier
Gerichtsstenograf | Protokollführerin bei Gericht | Gerichtsstenograf/Gerichtsstenografin | Protokollschreiber

Gerechtelijk Wetboek
Gerichtsgesetzbuch

gerechtelijk officier
Gerichtsoffizier

deelnemen aan rabbijnse gerechtelijke procedures
an rabbinischen Gerichtsverfahren teilnehmen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Het gemeentelijke dwangbevel vindt zijn oorsprong in de vaststelling dat gemeenten vroeger vaak afzagen van de gerechtelijke invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, zelfs wanneer zij onbetwist waren, gelet op de kostprijs en de complexiteit van een gerechtelijke procedure en gelet op de onzekerheid die daarmee gepaard ging.
Der kommunale Zwangsbefehl ergibt sich aus der Feststellung, dass Gemeinden in der Vergangenheit oft auf die gerichtliche Beitreibung von nichtsteuerlichen Schuldforderungen verzichteten, selbst wenn sie unbestritten waren, angesichts der Kosten und der Komplexität eines Gerichtsverfahrens und angesichts der damit einhergehenden Unsicherheit.

Er kan worden gesteld dat het uitvaardigen van een dwangbevel slechts een bijkomende mogelijkheid is om te komen tot een eenvoudigere invordering en deze mogelijkheid belet geenszins de gerechtelijke invordering » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 1946/1, pp. 21-22).
Es kann davon ausgegangen werden, dass das Erlassen eines Zwangsbefehls nur eine zusätzliche Möglichkeit ist, eine einfachere Beitreibung zu erreichen, und diese Möglichkeit verhindert keineswegs die gerichtliche Beitreibung » (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2008-2009, Nr. 1946/1, SS. 21-22).

11. stelt vast dat de rechterlijke macht overeenkomstig de ACTA een bevel kan uitvaardigen (d.w.z. een dwangbevel in artikel 2.X) tegen een Partij of tegen een derde Partij; merkt op dat deze bevoegdheid verder gaat dan de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, die alleen voorziet in bevelen “om een dreigende inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht te voorkomen”; volgens deze richtlijn kan het gerechtelijke bevel bovendien slechts op derde partijen van toepassing zijn indien zij bij de inbreuk betrokken zijn;
11. stellt fest, dass die Justizbehörden gemäß dem ACTA gegen eine Vertragspartei oder einen Dritten vorgehen dürfen (z. B. „Verfügung“ in Artikel 2.X); weist darauf hin, dass diese Verfügungsbefugnis über die Bestimmungen der Richtlinie über die Durchsetzung der Rechte des geistigen Eigentums hinausgeht, derzufolge Verfügungen nur zulässig sind, „um eine drohende Verletzung eines Rechts des geistigen Eigentums zu verhindern“; weist darüber hinaus darauf hin, dass etwaige Verfügungsmaßnahmen gegen Dritte gemäß dieser Richtlinie nur zulässig sind, wenn sie an der Verletzung beteiligt waren;

Het verzet wordt, op straffe van nietigheid, met redenen omkleed; het dient gedaan te worden door middel van dagvaarding bij deurwaardersexploot aan de sociale verzekeringskas binnen de maand vanaf de betekening van het dwangbevel, zonder afbreuk te doen aan de artikelen 50, tweede lid en 55 van het Gerechtelijk Wetboek.
Der Einspruch muss bei Strafe der Nichtigkeit mit Gründen versehen sein; er wird eingelegt mittels einer Ladung an die Sozialversicherungskasse durch Gerichtsvollzieherurkunde innerhalb eines Monats nach der Zustellung des Zahlungsbefehls, unbeschadet der Anwendung der Artikel 50 Absatz 2 und 55 des Gerichtsgesetzbuches.

« Schendt artikel 39, § 2, tweede lid, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, nu dat artikel aldus moet geïnterpreteerd worden dat artikel 632 van het Gerechtelijk Wetboek toepasselijk is op de voorziening in rechte tegen een beslissing van de gemachtigde ambtenaar inzake de vestiging van de leegstandsheffing, waardoor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (plaats van de inning van de belasting) territoriaal bevoegd is, terwijl artikel 40, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet uitdrukkelijk afwijkt van artikel 632 van het Gerechtelijk Wetboek in geval van verzet tegen een dwangbevel inzake de leegstandsheffing en de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het onroerend goed gelegen is aanwijst als territoriaal bevoegde rechtbank ?
« Verstösst Artikel 39 § 2 Absatz 2 des Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem dieser Artikel dahingehend ausgelegt werden muss, dass Artikel 632 des Gerichtsgesetzbuches Anwendung findet auf eine gerichtliche Klage gegen eine Entscheidung des mit der Veranlagung der Abgabe zur Bekämpfung des Leerstandes beauftragten Beamten, wodurch das Gericht erster Instanz Brüssel (Ort der Eintreibung der Abgabe) territorial zuständig ist, während Artikel 40 § 2 Absatz 2 desselben Dekrets ausdrücklich von Artikel 632 des Gerichtsgesetzbuches abweicht im Falle eines Einspruchs gegen einen Zahlungsbefehl bezüglich der Abgabe zur Bekämpfung des Leerstandes und das Gericht erster Instanz des Orts, wo sich die Immobilie befindet, als das territorial zuständige Gericht bestimmt?

Volgens de verwijzende rechter zou artikel 39, § 2, tweede lid, van het voormelde decreet een verschil in behandeling teweegbrengen tussen de belastingplichtigen van de « heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en woningen » naargelang zij een beslissing van de gemachtigde ambtenaar daaromtrent zouden betwisten of verzet zouden aantekenen tegen een dwangbevel inzake die heffing : in het eerste geval zou de in het geding zijnde bepaling, in samenhang gelezen met artikel 632 van het Gerechtelijk Wetboek, inhouden dat de rechter die zitting houdt ter zetel van het hof van beroep in wiens rechtsgebied het kantoor gelegen is waar de belasting is of moet worden geïnd, de territoriaal bevoegde rechter is, terwijl in het tweede geval de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het onroerend goed gelegen is, krachtens artikel 40, § 2, tweede lid, territoriaal bevoegd is.
Nach Darlegung des verweisenden Richters führe Artikel 39 § 2 Absatz 2 des obengenannten Dekrets einen Behandlungsunterschied zwischen den Steuerpflichtigen der « Abgabe zur Bekämpfung des Leerstandes und des Verfalls von Gebäuden und Wohnungen » ein, je nachdem, ob sie eine diesbezügliche Entscheidung des beauftragten Beamten anfechten oder Einspruch gegen einen Zahlungsbefehl bezüglich dieser Abgabe einlegen würden; im ersten Fall beinhalte die fragliche Bestimmung in Verbindung mit Artikel 632 des Gerichtsgesetzbuches, dass der Richter, der am Sitz des Appellationshofes tage, in dessen Amtsgebiet sich das Büro befinde, in dem die Steuer erhoben werde oder werden müsse, der territorial zuständige Richter sei, während im zweiten Fall das Gericht erster Instanz des Ortes, an dem sich die Immobilie befinde, aufgrund von Artikel 40 § 2 Absatz 2 territorial zuständig sei.

Art. 269. § 1. Onder voorbehoud van de bepalingen in de §§ 2 tot 4 wordt het dwangbevel uitgevoerd volgens de bepalingen van deel V, titel III, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de gedwongen tenuitvoerlegging.
Art. 269 - § 1. Unter dem Vorbehalt der in § § 2 bis 4 angeführten Bestimmungen erfolgt die Durchführung des Vollstreckungsauftrags unter Einhaltung der Bestimmungen von Teil 5, Titel III des Gerichtsgesetzbuches über die Zwangsvollstreckung.

« Schendt artikel 39, § 2, tweede lid, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, nu dat artikel aldus moet geïnterpreteerd worden dat artikel 632 Gerechtelijk Wetboek toepasselijk is op de voorziening in rechte tegen een beslissing van de gemachtigde ambtenaar inzake de vestiging van de leegstandsheffing, waardoor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (plaats van de inning van de belasting) territoriaal bevoegd is, terwijl artikel 40, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet uitdrukkelijk afwijkt van artikel 632 Gerechtelijk Wetboek in geval van verzet tegen een dwangbevel inzake de leegstandsheffing en de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het onroerend goed gelegen is aanwijst als territoriaal bevoegde rechtbank ?
« Verstösst Artikel 39 § 2 Absatz 2 des Dekrets vom 22hhhhqDezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem dieser Artikel dahingehend ausgelegt werden muss, dass Artikel 632 des Gerichtsgesetzbuches Anwendung findet auf eine gerichtliche Klage gegen eine Entscheidung des mit der Veranlagung der Abgabe zur Bekämpfung des Leerstandes beauftragten Beamten, wodurch das Gericht erster Instanz Brüssel (Ort der Eintreibung der Abgabe) territorial zuständig ist, während Artikel 40 § 2 Absatz 2 desselben Dekrets ausdrücklich von Artikel 632 des Gerichtsgesetzbuches abweicht im Falle eines Einspruchs gegen ein Zahlungsbefehl bezüglich der Abgabe zur Bekämpfung des Leerstandes und das Gericht erster Instanz des Orts, wo sich die Immobilie befindet, als das territorial zuständige Gericht bestimmt?