Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
De artikelen 10 en 11 van de Grondwet
Niet schenden

Vertaling van "gerechtelijk wetboek wijst erop " (Nederlands → Duits) :

Hij wijst erop dat de verzoekende partijen, in de uiteenzetting van het middel, niet verwijzen naar het bestreden artikel 89, maar wel naar artikel 94 van dezelfde wet, dat niet in het verzoekschrift wordt beoogd, en dat artikel 210 van hetzelfde Wetboek aanvult met een lid waarin de mogelijkheden voor de rechter in hoger beroep om middelen ambtshalve aan te voeren, worden beperkt, alsook naar de inhoud van het formulier voor het i ...[+++]

Er verweist darauf, dass die klagenden Parteien in der Darlegung des Klagegrunds nicht auf den angefochtenen Artikel 89 verwiesen, sondern vielmehr auf Artikel 94 desselben Gesetzes, auf den sich die Klageschrift nicht beziehe und der Artikel 210 desselben Gesetzbuches um einen Absatz ergänze, in dem die Möglichkeiten für den Berufungsrichter, von Amts wegen Klagegründe aufzuwerfen, begrenzt würden, sowie auf den Inhalt des Formulars für das Einlegen einer Berufung, das als Anlage zum königlichen Erlass vom 18. Februar 2016 zur Ausführung von Artikel 204 Absatz 3 des Strafprozessgesetzbuches veröffentlicht worden sei.


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 2 maart 2015 in zake Cécile Jenart en Marouan El Arbaoui tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Dour, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 maart 2015, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 102 ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 2. März 2015 in Sachen Cécile Jenart und Marouan El Arbaoui gegen den Standesbeamten der Gemeinde Dour, dessen Ausfertigung am 13. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches in der in Erwartung des Inkrafttretens des Gesetzes vom 21. Februar 2010 gelten ...[+++]


Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, heeft de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, ...[+++]zoals gewijzigd door artikel 5 van de Wet van 26 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle geschillen tussen ondernemingen en die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van hun economisch doel, en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen, krachtens artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 26 maart 2014, voor de rechtbank van koophandel worden gebracht ?

Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 10. März 2015 in Sachen Hussain Azhar gegen die « Brouwerij De Koninck » AG, dessen Ausfertigung am 31. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Bezirksgericht Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 577 des Gerichtsgesetzbuches, abgeändert durch Artikel 5 des Gesetzes vom 26. März 2014 zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches und de ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij beschikking van 4 mei 2015 in zake de bvba « V. C». tegen de « Verzekeringskas Arbeidsongevallen - SECUREX », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de beslagrechter van de Rechtbank van eerste aanleg Waals-Brabant de volgende prejudiciële vraag g ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Beschluss vom 4. Mai 2015 in Sachen der « V. C». PGmbH gegen die « Arbeitsunfallversicherung -SECUREX », dessen Ausfertigung am 22. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Pfändungsrichter am Gericht erster Instanz Wallonisch-Brabant folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstö ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 1 juni 2015 in zake Karim Zaidi tegen de nv « Ethias », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 juni 2015, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 68 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en/of artikel 1018 van het Gerechtelijk ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 1. Juni 2015 in Sachen Karim Zaidi gegen die « Ethias » AG, dessen Ausfertigung am 4. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 68 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle und/oder Artikel 1018 des Gerichtsges ...[+++]


Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 2 december 2014 in zake A.L. tegen M. E.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 629bis van het Gerechtelijk Wetboek n ...[+++]iet met name de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name artikel 8 ervan, in zoverre het de rechter op absolute wijze de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met het noodzakelijkerwijs hogere belang van het kind, door het hem niet mogelijk te maken de zaak te behouden in de hypothese dat het belang van het kind dat vereist en dat een vroegere beslissing ten aanzien van dat kind door een andere rechter is uitgesproken, terwijl het die andere rechter toestaat de zaak in die hypothese door te verwijzen ?

Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 2. Dezember 2014 in Sachen A.L. gegen M. E.M., dessen Ausfertigung am 16. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Lüttich, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 629bis des Gerichtsgesetzbuches nicht insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder ...[+++]


Niets in de parlementaire voorbereiding van artikel 1404 van het Gerechtelijk Wetboek wijst erop dat de wetgever de bedoeling had om de uitzondering op het recht van kantonnement te beperken tot de schuldvorderingen tot levensonderhoud die in strikte zin worden opgevat en in artikel 1412, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek worden vermeld.

In den Vorarbeiten zu Artikel 1404 des Gerichtsgesetzbuches deutet nichts darauf hin, dass der Gesetzgebers beabsichtigte, die Ausnahme zum Recht auf Hinterlegung auf Unterhaltsforderungen, verstanden im strikten Sinne und erwähnt in Artikel 1412 Nr. 1 des Gerichtsgesetzbuches, zu beschränken.


Het Hof wijst niettemin erop dat artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek ook in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het de rechter niet toestaat af te wijken van de toepassing van het gelijkheidsbeginsel op de schuldeisers teneinde een gunstiger lot voor te behouden voor een schuldvordering van de FOD Financiën.

Der Gerichtshof bemerkt jedoch, dass Artikel 1675/7 § 3 des Gerichtsgesetzbuches auch in dem Sinne ausgelegt werden kann, dass er es dem Richter nicht erlaubt, von der Anwendung des Gleichheitsgrundsatzes auf die Gläubiger abzuweichen, um eine Forderung des FÖD Finanzen günstiger zu behandeln.


Bovendien wijst de Ministerraad erop dat de wijziging van artikel 610 van het Gerechtelijk Wetboek, die voorrang verleent aan het nieuwe artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, niet van toepassing is op de geschillenprocedures, zoals die van de verzoeker, die zijn ingesteld vóór de datum van inwerkingtreding van die wijziging.

Ausserdem verweist der Ministerrat darauf, dass die Abänderung von Artikel 610 des Gerichtsgesetzbuches, die dem neuen Artikel 14, § 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat den Vorrang gewähre, nicht anwendbar sei auf Streitverfahren, wie dasjenige des Klägers, die vor dem Datum des Inkrafttretens dieser Abänderung eingeleitet worden seien.


Het dictum en de motieven van het arrest nr. 74/98 doen overeenstemmen zou erop neerkomen overweging B.8 van het arrest nr. 24/97, waarin het Hof stelt : « Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek verzet er zich tegen dat onder meer de bepalingen die, in dat Wetboek, over het akkoord tussen partijen handelen of sommige gevolgen afhankelijk stellen van het initiatief van de partijen, zouden worden toegepast in strafzaken, waarin de wilsautonomie van de privé-personen geen plaats heeft », in harmo ...[+++]

Der Tenor und die Erwägungen des Urteils Nr. 74/98 in Übereinstimmung zu bringen, würde darauf hinauslaufen, Erwägung B.8 des Urteils Nr. 24/97, in dem der Hof sage: « Artikel 2 des Gerichtsgesetzbuches lässt unter anderem nicht zu, dass die Bestimmungen, die sich in diesem Gesetzbuch auf die Einigung der Parteien beziehen oder die gewisse Wirkungen von der Initiative der Parteien abhängig machen, in Strafsachen Anwendung finden würden, wo die Willensautonomie der Privatpersonen keinen Platz hat », in Einklang zu bringen mit dem zweiten Teil des Tenors desselben Urteils, in dem der Hof erkläre, dass wohl « in dem - in B.8 erwähnten - Mas ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : rechter     hetzelfde wetboek     hij wijst     hij wijst erop     gerechtelijk     gerechtelijk wetboek     wijst     hof van beroep     hogere beroepen     gerechtelijk wetboek wijst erop     hof wijst     wijst niettemin erop     bovendien wijst     ministerraad erop     overeenstemmen zou erop     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gerechtelijk wetboek wijst erop' ->

Date index: 2022-06-27
w