Bij de beoordeling, in het arrest nr. 102/2003 van 22 juli 2003, van de aanstelling in de graad van commissaris van vroegere leden van de bewakings- en opsporingsbrigades van de vroegere rijkswacht werd de evenredigheid van die maatregel uitdrukkelijk verantwoord door het feit dat de aanstelling, door de aard zelf ervan, slechts een functioneel voordeel toekent aan de begunstigden ervan, aangezien zij onderworpen bleven aan de statutaire regels die van toepassing zijn op het middenkader van de geïntegreerde politie en zij het voordeel van de aanstelling verliezen wanneer zij de gerechtelijke pijler verlaten (B.32.2.4).
Bei der im Urteil Nr. 102/2003 vom 22. Juli 2003 vorgenommenen Beurteilung der Einsetzung der ehemaligen Mitglieder der Uberwachungs- und Fahndungsbrigaden der ehemaligen Gendarmerie in den Dienstgrad eines Kommissars wurde die V
erhältnismässigkeit dieser Massnahme ausdrücklich mit dem Umstand gerechtfertigt, dass die Einsetzung durch ihre eigentliche Beschaffenheit den Begünstigten lediglich einen funktionalen Vorteil gewährt, da sie weiterhin den statutarischen Regeln unterliegen, die auf das Personal im mittleren Dienst der integri
...[+++]erten Polizei Anwendung finden, und sie den Vorteil der Einsetzung verlieren, wenn sie den gerichtspolizeilichen Bereich verlassen (B.32.2.4).