Het Hof stelt vast dat de verzoekende partijen in hun derde middel ten onrechte ervan uitgaan dat de vergoeding voor het patrimoniumverlies zoals geregeld door artikel 15octies afhankelijk wordt gesteld van de beschikbaarheid van de nodige budgettaire middelen, zoals bepaald in artikel 15septies, tweede lid.
Der Hof stellt fest, dass die klagenden Parteien in ihrem dritten Klagegrund zu Unrecht davon ausgehen, dass die Entschädigung für den Vermögensverlust nach der Regelung von Artikel 15octies von der Verfügbarkeit der erforderlichen Haushaltsmittel abhängig gemacht werde, so wie es in Artikel 15septies Absatz 2 vorgesehen sei.