10. is ervan overtuigd dat de toekomstige samenwerking niet alleen op de eisen van het veiligheidsbeleid van de EU en andere daaraan gerelateerde behoeften afgestemd mag zijn, maar dat het verband tussen de drie samenwerkingsgebieden – vrede, handel en burgermaatschappij – benadrukt moet worden; erkent daarbij met name het verband dat tussen veiligheid en ontwikkeling bestaat, evenals het bijzondere belang van sociaal-economische kwesties voor het zuidelijke deel van het Middellandse-Zeegebied;
10. ist der Überzeugung, dass sich die zukünftige Zusammenarbeit nicht nur an sicherheitspolitischen oder anderen damit verbundenen Bedürfnissen der Europäischen Union orientieren darf, sondern dass der Zusammenhang zwischen den drei Bereichen der Zusammenarbeit - Frieden, Handel und Zivilgesellschaft - in den Vordergrund gerückt werden muss; anerkennt dabei insbesondere den Zusammenhang zwischen Sicherheit und Entwicklung und die besondere Bedeutung von sozioökonomischen Fragen für die südlichen Mittelmeeranrainerstaaten;
