In het geval van instellingen die de regels van de artikelen 84 tot en met 89 van Richtlijn 2006/./EG* toepassen voor het toekennen van risicogewichten aan vorderingen, geschiedt de onderbrenging in een kredietkwaliteitscategorie als volgt: de debiteur van de vordering heeft een interne rating met een kans op wanbetaling (probability of default - PD) die gelijk is aan of lager is dan die welke samenhangt met die van de overeenkomstige kredietkwaliteitscategorie volgens de regels van de artikelen 78 tot en met 83 van die richtlijn voor het toekennen van risicogewichten aan vorderingen op ondernemingen.
Damit Institute, die die Bestimmungen über die Risikogewichtung von Forderungen der Artikel 84 bis 89 der Richtlinie 2006/../EG* anwenden, einer Bonitätsstufe zugeordnet werden können, muss der Schuldner beim internen Rating entweder die gleiche Ausfallwahrscheinlichkeit (PD) erhalten haben, wie sie nach den Bestimmungen über die Risikogewichtung von Forderungen an Unternehmen der Artikel 78 bis 83 jener Richtlinie für die entsprechende Bonitätsstufe vorgesehen ist, oder einer darunter liegenden PD zugeordnet worden sein.