"2 bis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst zorgen voor grondige en diepgaande controles van de geschiktheid van kandidaten voor personeelscategorieën, met inbegrip van hogere leidinggevende, risicobepalende en toezichthoudende functies, waarvan de beroepsactiviteiten het risicoprofiel van de instelling materieel beïnvloeden, vooraleer ze hun functie kunnen uitoefenen.
„(2a) Die zuständigen Behörden des Heimatmitgliedstaates gewährleisten anhand sorgfältiger und eingehender Überprüfungen die Eignung jener Kategorien von Mitarbeitern einschließlich der Geschäftsleitung, Risikokäufern und den Mitarbeitern mit Kontrollfunktionen, deren berufliche Tätigkeiten erhebliche Auswirkungen auf das Risikoprofil der Kreditinstitute haben, bevor derartige Stellen besetzt werden.