In de mate waar
in de in het geding zijnde bepaling in die interpretatie he
t de rechter in het geschil ten gronde onmogelijk maakt om, wanneer hij oordeelt dat de schuldvordering van de administratie van de
BTW, registratie en domeinen ongegrond is, de inhouding van BTW-kredieten op te heffen voordat
zijn beslissing ten gronde kracht van gewijsde ...[+++] heeft, heeft die bepaling gevolgen die onevenredig zijn ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen (zie ook HvJ, 18 december 1997, gevoegde zaken C-286/94, C-340/95, C-401/95 en C-47/96, Molenheide e.a., punt 57).Insofern die fragliche Bestimmung es in dieser Auslegung dem Richter im Hauptverfahren, falls er die Forderung der Mehrwertsteuer-, Registrierungs- und Domänenverwaltung für unbegründet hält, unmöglich macht, die Einbehaltung von Mehrwertsteuergutschriften aufzuheben, bevor seine Entscheidung zur Sache rechtskräftig wird, h
at diese Bestimmung Folgen, die nicht im Verhältnis zu den Ziel
en des Gesetzgebers stehen (siehe auch EuGH, 18. Dezember 1997, verbundene Rechtssachen C-286/94, C-340/95, C-401/95 und C-47/96, Molenheide u.a., Randn
...[+++]r. 57).